Vertalingen einspringen DE>NL
einspringen
werkw.
für jemanden spontan die Vertretung übernehmen -
inspringen , invallen Ich musste heute für einen Kollegen einspringen. - Ik moest vandaag voor een collega invallen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
einspringen (ww.) | assisteren (ww.) ; bijspringen (ww.) ; inspringen (ww.) ; invallen (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; remplaceren (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; vervangen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; weldoen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `einspringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abtragenDE: auswechselnDE: beistehenDE: beitragenDE: einfallenDE: einhelfenDE: entlastenDE: erneuernDE: erneutaufstellenDE: ersetzen