Vertaal
Naar andere talen: • einspringen > ENeinspringen > ESeinspringen > FR
Vertalingen einspringen DE>NL

einspringen

werkw.
Uitspraak:  ainʃprɪŋən]

für jemanden spontan die Vertretung übernehmen - inspringen , invallen
Ich musste heute für einen Kollegen einspringen. - Ik moest vandaag voor een collega invallen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einspringen (ww.) assisteren (ww.) ; bijspringen (ww.) ; inspringen (ww.) ; invallen (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; remplaceren (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; vervangen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; weldoen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einspringen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abtragen
DE: auswechseln
DE: beistehen
DE: beitragen
DE: einfallen
DE: einhelfen
DE: entlasten
DE: erneuern
DE: erneutaufstellen
DE: ersetzen