Eindringen

Vertalingen Eindringen DE>NL

werkw.

Uitspraak:

[ˈa indrɪ ŋ ən]

1) durch ein Hindernis in etw. gelangen - binnendringen

Wie konnte Wasser in das Zelt eindringen? - Hoe kwam het water binnen in de tent?

2) etw. mit Gewalt / unbefugt betreten - binnendringen

Die Täter sind durch das Fenster ins Haus eingedrungen. - De daders zijn door het raam het huis binnengedrongen.

3) deel van de uitdrukking:

auf jemanden eindringen

Overige bronnen

eindringen (ww.)	binnenkomen (ww.) ; storen (ww.) ; penetreren (ww.) ; invallen (ww.) ; ingaan (ww.) ; infiltreren (ww.) ; indringen (ww.) ; doordringen (ww.) ; binnenvallen (ww.) ; binnentreden (ww.) ; binnenstappen (ww.) ; binnenlopen (ww.) ; binnen gaan (ww.) ; betreden (ww.)
das Eindringen	de penetratie (v) ; de intrede ; de intocht (m) ; indringing (znw.) ; de entree (v) ; de binnenkomst (v) ; het binnengaan ; het binnendringen
Eindringen	absorptie

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Eindringen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Anfang
DE: Ankunft
DE: antreten
DE: Antritt
DE: durchbohren
DE: durchdringen
DE: durchstechen
DE: einbrechen
DE: eine Invasion durchführen
DE: einfahren

eindringen