Vertaal
Naar andere talen: • eben > ENeben > ESeben > FR
Vertalingen eben DE>NL

I eben

bijv.naamw.
Uitspraak:  eːbən]

ohne Erhebungen oder Vertiefungen - effen , egaal
Das Land ist dort sehr eben. - Het land is daar zeer egaal.
Der Tisch wackelt, weil der Boden nicht ganz eben ist. - De tafel wiebelt omdat de vloer niet vlak is.
uitdrukking zu ebener Erde


II eben

bijwoord

ohne Neigung - waterpas
Das Brett liegt nicht ganz eben. - De plank ligt niet helemaal waterpas.


III eben

bijwoord
Uitspraak:  eːbən]

1) gerade jetzt - juist , pas , net , even
Er kommt eben zur Tür herein. - Hij komt net binnen door de deur.

2) gerade vorhin - juist , pas , net , even
Sie war doch eben noch hier, wo ist sie nur? - Zij was toch net nog hier, waar is ze toch?

3) gerade noch - juist , pas , net , even
Mit seinem Einkommen kommt die Familie (so) eben über die Runden. - Met zijn inkomen komt het gezin (zo) ongeveer rond.


IV eben

particle

1) verstärkt eine resignierende Feststellung als Reaktion auf eine Aussage oder Diskussion - net zo
Kinder sind eben so. - Kinderen zijn net zo.
Genau das wollte ich eben vermeiden! - Dat wilde ik nu net voorkomen!

2) drückt als zustimmende Antwort aus, dass man etw. selbst auch schon geäußert hat - inderdaad
„Wir sollten erst mal was essen.‟ – „Eben, sage ich doch! - "Wij moesten eerst maar wat eten." - "Inderdaad, zeg ik toch!"

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking Eben nicht!

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking nicht eben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
eben gelijk ; zopas ; zoëven ; vlakuit ; vlak ; van één kleur ; strak ; plat ; juist ; glad ; geslepen ; egaal ; effen ; gelijke ; zojuist (bijwoord) ; zo-even (bijwoord) ; vlakke ; vlak ; planair ; pas ; nog niet ; niet eens
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `eben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: blank
DE: eben noch
DE: egal
DE: einfarbig
DE: flach
DE: Gerade
DE: gerade eben
DE: glatt
DE: gleich
DE: horizontal

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: zu ebener Erde NL: gelijkvloers
DE: eben war er noch da NL: net was hij er nog
DE: na, eben! NL: ik heb het wel gezegd!, zie je wel!
DE: das war nicht eben klug NL: dat was niet bepaald verstandig
DE: das ist es eben NL: dat is het 'm nu juist