Vertaal
Naar andere talen: • Einziehen > ENEinziehen > ESEinziehen > FR
Vertalingen Einziehen DE>NL

einziehen

werkw.
Uitspraak:  aiiːən]

1) die Dinge, die man besitzt, in ein Haus bringen, um dort zu wohnen - intrekken
Wann seid ihr hier eingezogen? - Wanneer zijn jullie hier ingetrokken?

2) als Gruppe in etw. hineingehen oder -fahren - binnentrekken
Die Mannschaft zog in das Stadion ein. - Het elftal trok het stadion binnen.

3) als Gruppe in etw. kommen - binnengaan
Die Partei konnte dieses Jahr erstmals in den Landtag einziehen. - De partij kon dit jaar voor het eerst het parlement binnengaan.

4) in die Haut, das Holz o. Ä. dringen, völlig aufgenommen werden - indringen , intrekken
Diese Handcreme zieht rasch ein. - Deze handcrème trek snel in.

5) ziehend in etw., zu sich holen - in-/binnentrekken
Der Drucker zieht das Papier nicht richtig ein. - De printer trekt het papier niet goed naar binnen.

6) in eine Haltung nah am Körper bringen - in-/binnentrekken
Zieh den Kopf ein, die Tür ist sehr niedrig. - Bukken, de deur is heel laag.
Der Hund lief mit eingezogenem Schwanz davon. - De hond liep weg met ingetrokken staart.

7) von jds Konto abbuchen, sich holen - afschrijven , overschrijven , innen
Die Gebühren werden jeweils am Monatsanfang eingezogen. - De lonen worden telkens bij het begin van de maand afgeschreven.

8) mit rechtlicher Autorität jemandem wegnehmen - inbeslagname
Wegen Missbrauchs wurde seine Waffe von der Polizei eingezogen. - Zijn wapen werd door de politie in beslag genomen vanwege misbruik.

9) für ungültig erklären, aus dem Verkehr ziehen - uit de roulatie nemen

10) im Inneren von etw. einfügen, anbringen - inbouwen
einen neuen Hosengummi einziehen - een nieuwe elastiek in de broek maken

11) auffordern, den Militärdienst anzutreten defensie - oproepen
Viele junge Männer werden zurzeit gar nicht eingezogen. - Veel jonge mannen worden tegenwoordig helemaal niet meer voor dienst opgeroepen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einziehen (ww.) iets verduren (ww.) ; wegzuigen (ww.) ; vorderen (ww.) ; verbeurdverklaren (ww.) ; trachten te krijgen (ww.) ; snuiven (ww.) ; opzuigen (ww.) ; opvangen (ww.) ; opsnuiven (ww.) ; onverwachts langskomen (ww.) ; invorderen (ww.) ; insnuiven (ww.) ; inmanen (ww.) ; incasseren (ww.) ; eisen (ww.) ; een snuif nemen (ww.) ; binnenvallen (ww.) ; binnentrekken (ww.) ; binnenmarcheren (ww.) ; afzuigen (ww.)
das Einziehenhet inwinnen
einziehen inscheren ; verjongen ; laten inspringen ; kamer betrekken ; invorderen ; inspringen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `Einziehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abholen
DE: absaugen
DE: anfordern
DE: Anspruch erheben auf
DE: Atem holen/schöpfen
DE: atmen
DE: aufziehen
DE: ausatmen
DE: ausklagen
DE: beanspruchen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Erkundigungen einziehen NL: inlichtingen inwinnen