1. MWB
  2. Vertalen
  3. beanspruchen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • beanspruchen > EN • beanspruchen > ES • beanspruchen > FR
Vertalingen beanspruchen DE>NL

I beanspruchen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈ|anʃprʊxən]

1) verlangen, fordern - eisen
ein Vorrecht für sich beanspruchen - privileges eisen

2) hohe Anforderungen an jemanden stellen - inspanningen
Die Arbeit beansprucht ihn sehr. - Het werk vergt veel van hem.

3) einer starken Belastung aussetzen - belasten
Der Teppich wird im Eingangsbereich stark beansprucht. - Het tapijt bij de ingang wordt zwaar belast.

4) brauchen, benötigen - nodig hebben
Diese Arbeit beansprucht meine ganze Aufmerksamkeit. - Voor dit werk heb ik al mijn aandacht nodig.


II die Beanspruchung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈ|anʃprʊxʊŋ]
Verbuigingen:  Beanspruchung , Beanspruchungen

deel van de uitdrukking: belasting
Die körperliche Beanspruchung ist sehr hoch. - De lichamelijke belasting is hoog.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beanspruchen belasten ; opeisen ; spanning uitoefenen
Bron: Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `beanspruchen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfordern
DE: Anspruch erheben auf
DE: ausklagen
DE: einfordern
DE: einklagen
DE: einziehen
DE: fordern
DE: sein Recht geltend machen
DE: verlangen
DE: zurückfordern