1. MWB
  2. Vertalen
  3. Bitter (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Bitter > EN • Bitter > ES • Bitter > FR
Vertalingen Bitter DE>NL

I bitter

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈbɪtɐ]

1) beißend im Geschmack - bitter
Dieses Bier ist mir zu bitter. - Dit bier smaakt me te bitter.

2) schmerzlich, unerfreulich - bittere pil moeten slikken
Es ist bitter für mich, das erleben zu müssen. - Dat ik dat moet meemaken is een bittere pil voor mij.

3) voller Zorn über Enttäuschungen - verbitterd


II bitter

bijwoord

Unangenehmes verstärkend - verbitterd
etw. bitter bereuen - iets verbitterd berouwen
bitterböse werden - erg kwaad worden
eine bitterkalte Nacht - een bitter koude nacht


III die Bitterkeit

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈbɪtɐkait]
Verbuigingen:  Bitterkeit

1) deel van de uitdrukking: bitterheid
die Bitterkeit des Tees - de bitterheid van de thee

2) deel van de uitdrukking: bitterheid
Ich empfinde keine Bitterkeit. - Ik voel geen verbittering.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bitter bitter ; bitter van smaak ; bitterachtig ; galachtig ; ondragelijk ; onverdraagbaar ; zuur ; bitter
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Bitter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beißend
DE: bitterlich
DE: ergreifend
DE: erschütternd
DE: essigartig
DE: gallig
DE: grimmig
DE: hantig
DE: hart
DE: heftig