Vertalingen brabbeln DE>NL
brabbeln (ww.) | bazelen (ww.) ; kletspraat verkopen (ww.) ; lallen (ww.) ; lullen (ww.) ; mompelen (ww.) ; morren (ww.) ; murmelen (ww.) ; murmeren (ww.) ; ontevreden mompelen (ww.) ; prevelen (ww.) ; slissen (ww.) ; wauwelen (ww.) ; zeveren (ww.) ; zwammen (ww.) ; zwetsen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `brabbeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: brummelnDE: dummes Zeug verkaufenDE: faselnDE: glucksenDE: heraussprudelnDE: kaudernDE: KlatschenDE: lispelnDE: munkelnDE: murmeln