Vertalingen bevorzugen DE>NL
I bevorzugen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈfoːɐʦuːgən] |
1) jemanden besser behandeln als andere -
de voorkeur geven aan , voortrekken Privatpatienten werden in den Arztpraxen bevorzugt behandelt. - Particuliere patiënten worden in de dokterspraktijk met voorrang behandeld. Eltern sollten keines ihrer Kinder bevorzugen. - Ouders zouden geen van hun kinderen moeten voortrekken. |
2) lieber haben als andere(s) oder lieber tun als anderes -
de voorkeur geven aan , voortrekken Ich bevorzuge es, nicht zu spät ins Bett zu gehen. - Ik geef er de voorkeur aan om niet te laat naar bed te gaan. Welche Farbe bevorzugst du für das Kinderzimmer? - Welke kleur heeft jouw voorkeur voor de kinderkamer? |
II die Bevorzugung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bəˈfoːɐʦuːgʊŋ] |
Verbuigingen: | Bevorzugung , Bevorzugungen |
1) deel van de uitdrukking: (het) voortrekken , bevoorrechting die steuerliche Bevorzugung von Immobilien - voortrekken van onroerendgoedbelasting |
2) deel van de uitdrukking: voorliefde Sein Übergewicht hat er der Bevorzugung kalorienreicher Nahrung zu verdanken. - Zijn overgewicht is te wijten aan zijn voorliefde voor calorierijke voeding. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bevorzugen (ww.) | begunstigen (ww.) ; bevoordelen (ww.) ; bevoorrechten (ww.) ; doneren (ww.) ; geven (ww.) ; prefereren (ww.) ; schenken (ww.) ; verkiezen (ww.) ; voorrechten toekennen (ww.) ; voorschuiven (ww.) ; voortrekken (ww.) |
bevorzugen | gunstig gezind zijn ; voorkeur geven |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `bevorzugen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausstellenDE: austeilenDE: bevorrechtenDE: den Vorzug gebenDE: einreichenDE: einschenkenDE: erweisenDE: gebenDE: lieber machenDE: schenken