1. MWB
  2. Vertalen
  3. Anblick (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Anblick > EN • Anblick > ES • Anblick > FR
Vertalingen Anblick DE>NL

der Anblick

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈanblɪk]
Verbuigingen:  Anblick(e)s , Anblicke

1) das Erfassen einer Szene mit den Augen - aanblik
Beim Anblick der Berge war er sehr beeindruckt. - Bij het zien van de bergen, was hij zeer onder de indruk.

2) das, was man vor sich sieht - aanblik
Der Garten bot einen schönen Anblick. - De tuin bood een mooie aanblik.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Anblickde aanblik (m) ; het aangezicht ; het gelaat ; het gezicht
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Anblick`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Ansicht
DE: Antlitz
DE: Aussehen
DE: Erscheinung
DE: Erscheinungsbild
DE: Gesicht
DE: Schauspiel
DE: Szene
DE: Äußere