Vertaal
Naar andere talen: • addieren > ENaddieren > ESaddieren > FR
Vertalingen addieren DE>NL

I addieren

werkw.
Uitspraak:  [aˈdiːrən]

eine Summe bilden von wiskunde - optellen
Die Einkommen beider Partner werden addiert. - Het inkomen van beide partners wordt opgeteld.


II die Addition

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [adiˈʦjoːn]

deel van de uitdrukking: optelling

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
addieren (ww.) bijrekenen (ww.) ; bijtellen (ww.) ; erbij tellen (ww.) ; optellen (ww.)
das Addierende optelling (v) ; samentelling (znw.) ; de som
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `addieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Addition
DE: anrechnen
DE: aufrechnen
DE: beigeben
DE: beilegen
DE: berechnen
DE: dividieren
DE: eine Kostenrechnung einreichen
DE: in Rechnung stellen
DE: multiplizieren