1. MWB
  2. Vertalen
  3. abhandeln (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • abhandeln > EN • abhandeln > ES • abhandeln > FR
Vertalingen abhandeln DE>NL

abhandeln

werkw.
Uitspraak:  [ˈaphandəln]

gründlich behandeln und darlegen - behandelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abhandeln (ww.) afdingen (ww.) ; afdoen (ww.) ; afhandelen (ww.) ; afpingelen (ww.) ; behandelen (ww.) ; beslechten (ww.) ; iets afhandelen (ww.) ; marchanderen (ww.) ; onderhandelen (ww.) ; pingelen (ww.) ; sjacheren (ww.) ; twist uit de weg ruimen (ww.)
das Abhandeln afpingelarij (znw.) ; de knibbelarij (v) ; reactie op (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abhandeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abfeilschen
DE: abfertigen
DE: Abmarkten
DE: abwickeln
DE: ansprechen
DE: beilegen
DE: eingehen
DE: einklarieren
DE: feilschen
DE: handeln

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen Gegenstand abhandeln NL: schrijven over een onderwerp