Vertalingen buik NL>DE
de buik
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [bœyk] |
Verbuigingen: | buikken (meerv.) |
lichaamsdeel onder de borst -
Unterleib (der ~), Bauch (der ~), Wanst (der ~), Bauch-... een dikke buik van veel bier drinken - ein dicker Bauch vom vielen Biertrinken |
je buik vol hebben van iets (=er helemaal genoeg van hebben; het niet meer willen) - etwas satt sein
Ik heb mijn buik vol van zijn mooie praatjes. - Ich bin seine schönen Reden satt.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de buik (m) | der Wanst ; der Speckbauch ; der Pansen ; der Bauch ; Bauch ; der Balg |
buik | Stehwellen-Bauch ; Wellenbauch ; Strom ; Stehwellen-Maximum ; Bauch ; Schwingungs-Bauch ; maximale Belastung des Bauches ; der Magen ; Gegenknoten ; Flanke ; Fassbauch ; Belly ; Bauchstück ; Bauchspeck |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `buik`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: abdomenNL: bastNL: buikjeNL: lijfNL: maagNL: pensNL: schootUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
buikje krijgen
DE: sich ein Bäuchlein zulegenNL: zijn
buik vol eten
DE: sich satt essen, (spreektaal) sich den Wanst vollschlagenNL: hij maakt van zijn
buik een afgod
DE: der Bauch ist sein GottNL: zijn
buik vasthouden van het lachen
DE: sich vor Lachen den Bauch haltenNL: pijn in de
buik
DE: Bauchschmerzen (Mz)NL: hij kreeg er pijn in de
buik van
DE: es schlug ihm auf den MagenNL: (ik heb) er de
buik vol van
DE: es gründlich sattNL: (dat kun je) op je
buik (schrijven)
DE: in den Schornstein