Vertalingen spüren DE>NL
spüren
werkw.
1) fühlen, körperlich wahrnehmen -
voelen Ich hab von der Spritze kaum was gespürt. - Ik heb bijna niets gevoeld van de spuit. |
2) empfinden, psychisch wahrnehmen -
merken die Folgen von etw. zu spüren bekommen - de gevolgen van iets merken Sie ließen mich deutlich spüren, dass ich unerwünscht war. - Zij lieten mij duidelijk merken dat ik niet gewenst was. Ich spürte sofort, dass etwas nicht in Ordnung war. - Ik merkte het meteen dat er iets niet in orde was. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
spüren (ww.) | ontwaren (ww.) ; waarnemen (ww.) ; vorsen (ww.) ; voorvoelen (ww.) ; voelen (ww.) ; snuffelen (ww.) ; signaleren (ww.) ; rechercheren (ww.) ; opmerken (ww.) ; aanvoelen (ww.) ; onderzoeken (ww.) ; naspeuring doen (ww.) ; merken (ww.) ; gewaarworden (ww.) ; bespeuren (ww.) ; bemerken (ww.) ; achter komen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `spüren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ahnenDE: bemerkenDE: beobachtenDE: durchmachenDE: entdeckenDE: Erfahrung machen mitDE: erlebenDE: feststellenDE: fühlenDE: konstatieren