Vertalingen Ahnen DE>NL
ahnen
werkw.
1) annehmen, dass etw. passiert oder jemand etw. tut -
vermoeden Das konnte ich ja nicht ahnen! - Dat kon ik niet vermoeden! Ich hab's ja geahnt! - Dat had ik al vermoed! |
2) Unangenehmes befürchten, im Voraus fühlen -
voorgevoel nichts Böses ahnend - geen kwaad vermoedend |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Ahnen (mv.) | voorouders (mv.) |
ahnen | vermoeden ; voorouders |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Ahnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: eine Vorahnung habenDE: empfindenDE: erahnenDE: erfahrenDE: erwartenDE: schwanenDE: spürenDE: vorausahnenDE: voraussehenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ich ahne, es ahnt mir, mir ahnt
NL: ik vermoed