Vertaal
Naar andere talen: • uitlokken > ENuitlokken > ESuitlokken > FR
Vertalingen uitlokken NL>DE
uitlokken (ww.) ermuntern (ww.) ; verursachen (ww.) ; veranlassen (ww.) ; stimulieren (ww.) ; reizen (ww.) ; hervorrufen (ww.) ; herauslocken (ww.) ; herausfordern (ww.) ; erwecken (ww.) ; aufwecken (ww.) ; aufstacheln (ww.) ; aufreizen (ww.) ; aufregen (ww.) ; aufputschen (ww.) ; aufmuntern (ww.) ; anreizen (ww.) ; anregen (ww.)
het uitlokkendas Provozieren
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitlokken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanleiding geven tot
NL: ophitsen
NL: provoceren
NL: teweegbrengen
NL: uitdagen
NL: verleiden