Vertalingen teweegbrengen NL>DE
teweegbrengen
werkw.
| Uitspraak: | [təˈwexbrɛŋə(n)] |
| Verbuigingen: | bracht teweeg (verl.tijd ) heeft teweeggebracht (volt.deelw.) |
zorgen dat (iets) gebeurt -
bewirken , verursachen | veel onrust teweegbrengen - viel Unruhe verursachen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| teweegbrengen (ww.) | bedingen (ww.) ; bewirken (ww.) ; herbeiführen (ww.) ; hervorrufen (ww.) ; verursachen (ww.) |
| teweegbrengen (werkw.) | herbeiführen ; hervorrufen ; verursachen |
| het teweegbrengen | das Hinkriegen ; das Schaffen |
| teweegbrengen | auslösen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `teweegbrengen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoenNL: aanrichtenNL: barenNL: bevallenNL: gevolgNL: losmakenNL: stichtenNL: teweegbrengingNL: veroorzakenNL: voortbrengen