Vertalingen overdragen NL>FR
overdragen
werkw.
Uitspraak: | [ˈovərdraxə(n)] |
Verbuigingen: | droeg over (verl.tijd ) heeft overgedragen (volt.deelw.) |
(bezit, een functie) plechtig aan iemand anders geven -
transmettre het voorzitterschap overdragen aan je opvolger - transmettre la présidence à son successeur |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
overdragen (ww.) | déléguer (ww.) ; léguer (ww.) ; transporter (ww.) |
overdragen | aliéner ; basculer ; céder ; report ; report d'une retenue ; retenir ; transférer ; transmettre ; virer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `overdragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: besmettenNL: degraderenNL: delegerenNL: overbrengenNL: overlijdenNL: overplaatsenNL: overschenkenNL: verbannenNL: vermakenNL: verwijzen