Vertalingen onderhandelen NL>FR
onderhandelen
werkw.
Uitspraak: | [ɔndərˈhɑndələ(n)] |
Verbuigingen: | onderhandelde (verl.tijd ) heeft onderhandeld (volt.deelw.) |
door praten proberen een gunstig resultaat af te spreken, vooral over geldzaken -
négocier onderhandelen over de prijs - négocier le prix |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
onderhandelen (ww.) | marchander (ww.) ; négocier (ww.) ; rabattre (ww.) ; servir de médiateur dans (ww.) |
onderhandelen | marchandage |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `onderhandelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdingenNL: afpingelenNL: beraadslagenNL: marchanderenNL: pingelenNL: sjacherenNL: verrichten