Vertalingen afpingelen NL>FR
afpingelen (ww.) | marchander (ww.) ; négocier (ww.) ; rabattre (ww.) ; servir de médiateur dans (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afpingelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdingenNL: marchanderenNL: onderhandelenNL: pingelenNL: sjacheren