Vertalingen zwoegen NL>FR
zwoegen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwuxə(n)] |
Verbuigingen: | zwoegde (verl.tijd ) heeft gezwoegd (volt.deelw.) |
inspannend werk doen -
peiner , trimer © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwoegen (ww.) | besogner (ww.) ; épuiser (ww.) ; peiner (ww.) ; se tuer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zwoegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbeulenNL: afjakkerenNL: afslovenNL: hijgenNL: ploeterenNL: sappelenNL: slavenNL: sloven