Vertaal
Naar andere talen: • winter > DEwinter > ENwinter > ES
Vertalingen winter NL>FR

de winter

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈwɪntər]
Verbuigingen:  -s (meerv.)

koudste jaargetijde, na de herfst en vóór de lente - hiver (la ~)
een strenge winter - un hiver rigoureux
uitdrukking hartje winter
uitdrukking Pik in, het is winter.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de winter (m) hiver (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `winter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: jaargetijde

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: des winters FR: en hiver
NL: in het hartje van de winter FR: au plus dur de l'hiver