Vertalingen wiek NL>FR
wiek
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [wik] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) elk van de uitstekende bladen van een windmolen die draaien als de wind waait -
aile (la ~) De meeste windturbines hebben drie wieken. - La plupart des éoliennes ont trois ailes. |
2) vleugel -
aile (la ~) op eigen wieken (=zelfstandig en onafhankelijk van je ouders) - de ses propres ailes
|
in je wiek geschoten zijn (=geïrriteerd zijn) - être irrité
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de wiek | aile (v) |
wiek | aubage ; pale de rotor |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wiek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: pitNL: vlerkNL: vleugel