Vertalingen wiek NL>DE
wiek
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [wik] |
Verbuigingen: | wieken (meerv.) |
1) elk van de uitstekende bladen van een windmolen die draaien als de wind waait -
Flügel (der ~) De meeste windturbines hebben drie wieken. - Die meisten Windräder haben drei Flügel. |
2) vleugel -
Flügel (der ~) op eigen wieken (=zelfstandig en onafhankelijk van je ouders) - auf eigenen Füßen
|
in je wiek geschoten zijn (=geïrriteerd zijn) - sich auf die Zehen getreten fühlen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de wiek (v) | die Schwinge |
de wiek | der Docht ; der Flügel |
wiek | Blatt ; Rotorblatt |
Bronnen: Wikipedia; Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wiek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: pitNL: vlerkNL: vleugelUitdrukkingen en gezegdes
NL: op eigen
wiek drijven
DE: auf eigenen Füßen stehenNL: in zijn
wiek geschoten zijn
DE: (figuurlijk) sich verletzt fühlen