Vertalingen vak NL>FR
het vak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vɑk] |
Verbuigingen: | -ken (meerv.) |
1) kleine, afgeschermde ruimte in een kast, doos of lade -
compartiment (le ~), casier (le ~), case (la ~) De formulieren liggen in het bovenste vak rechts. - Les formulaires se trouvent dans le casier supérieur à gauche. |
2) een door lijnen begrensd deel van een vlak -
case (la ~) Maak het vakje achter het juiste antwoord zwart. - Noircir la case après la réponse correcte. |
3) beroep -
métier (le ~) bakkersvak - boulangerie / métier de boulanger een vak uitoefenen - exercer un métier zij is ontwerpster van haar vak - elle est designer de son métier |
je vak verstaan (=goed zijn in je werk) - connaître son métier
|
4) deel van een opleiding of wetenschap -
discipline (la ~), branche (la ~), matière (la ~) Natuurkunde, scheikunde en biologie zijn exacte vakken. - La physique, la chimie et la biologie sont des sciences exactes / des matières scientifiques. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het vak | profession (v) ; occupation (v) ; labeur (m) ; genre d'affaires (m) ; emploi (m) ; la discipline ; boulot (m) ; artisanat (m) |
VAK (Afkorting) | travailleur à temps plein ; UTH (Afkorting) ; unité de travail par homme ; unité de travail humain |
vak | case ; travail qualifié ; rectangle à échelle précise ; panneau ; métier qualifié ; logement ; compartiment ; commercial ; commerce ; casier ; la case |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `vak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ambachtNL: arbeidNL: beroepNL: bezigheidNL: compartimentNL: inspanningNL: métierNL: stiNL: stielNL: taakUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn
vak kennen
FR: connaître sa partieNL: man van het
vak
FR: specialiste