Vertalingen bezigheid NL>FR
de bezigheid
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ˈbezəxhɛit] |
Verbuigingen: | bezigheden (meerv.) |
iets waar je aan werkt -
occupation (la ~) veel bezigheden hebben - avoir beaucoup d'occupations |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bezigheid (v) | affaire (v) ; affairement (m) ; affaires (v) ; boulot (m) ; commerce (m) ; emploi (m) ; hobby (m) ; labeur (m) ; occupation (v) ; occupations (m) ; passe-temps (m) ; profession (v) |
de bezigheid | le geste |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `bezigheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: activiteitNL: ambachtNL: arbeidNL: bedrijvigheidNL: hobbyNL: inspanningNL: taakNL: vakNL: werkNL: werkzaamheidUitdrukkingen en gezegdes
NL: veel bezigheden hebben
FR: être fort occupéNL: bezigheidheden hebben
FR: avoir à faire