Vertaal
Naar andere talen: • uitvegen > DEuitvegen > ENuitvegen > ES
Vertalingen uitvegen NL>FR
uitvegen (ww.) aplanir (ww.) ; aplatir (ww.) ; balayer (ww.) ; effacer (ww.) ; enlever (ww.) ; entraîner (ww.) ; essuyer (ww.) ; faire disparaître (ww.) ; gommer (ww.) ; torcher (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitvegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: uitgommen
NL: uitvlakken
NL: uitwissen
NL: vlakken
NL: wegvegen
NL: wissen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand de mantel uitvegen FR: laver la tête à  quelqu'un.