Vertalingen uitwissen NL>FR
uitwissen (ww.) | aplanir (ww.) ; aplatir (ww.) ; balayer (ww.) ; biffer (ww.) ; effacer (ww.) ; enlever (ww.) ; entraîner (ww.) ; essuyer (ww.) ; faire disparaître (ww.) ; gommer (ww.) ; torcher (ww.) |
uitwissen | effacer ; oblitérer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitwissen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: krassenNL: ontsierenNL: schendenNL: uitgommenNL: uitkrabbenNL: uitvegenNL: uitvlakkenNL: vlakkenNL: wegvegenNL: wissen