Vertalingen uitspraak NL>FR
uitspraak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈœytsprak] |
Verbuigingen: | -spraken (meerv.) |
1) manier van uitspreken -
prononciation (la ~) Mijn kennis van de Franse taal is goed, maar mijn uitspraak is beroerd. - Ma connaissance de la langue française est bonne, mais ma prononciation est déplorable. |
2) iets wat je zegt -
propos (le ~) Daarover kan ik op dit moment geen uitspraken doen. - Pour le moment, je ne peux pas me prononcer là-dessus. |
3) oordeel van een rechtbank -
jugement prononcé (le ~) De uitspraak is over drie weken. - Le jugement sera prononcé/rendu dans trois semaines. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de uitspraak (v) | locution (v) ; expression (v) |
de uitspraak | attestation (v) ; verdict (m) ; sentence (v) ; publication (v) ; prononciation (v) ; mode d'emploi (m) ; mention (v) ; jugement (m) ; information (v) ; envoi (m) ; communication (v) ; articulation (v) ; annonce (v) |
uitspraak | assertion ; sentence ; proposition ; prononcé de la décision ; prononcé ; jugement ; détermination ; délibération ; la déclaration ; la décision ; décision |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `uitspraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: accentNL: articulatieNL: bekendmakingNL: berichtNL: beslissingNL: boodschapNL: citaatNL: dictumNL: gewagNL: het uitsprekenUitdrukkingen en gezegdes
NL: uitspraak doen in
FR: rendre son verdict dansNL: uitspraak doen over
FR: se prononcer surNL: uitspraak over 14 dagen
FR: le tribunal statuera à quinzaine