Vertalingen uitladen NL>FR
uitladen (ww.) | débarquer (ww.) ; décharger (ww.) ; vider (ww.) |
het uitladen | déchargement (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitladen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afladenNL: leegmakenNL: lossenNL: ontladen