Vertalingen ontbieden NL>FR
ontbieden
werkw.
| Uitspraak: | [ɔntˈbidə(n)] |
| Verbuigingen: | ontbood (verl.tijd ) heeft ontboden (volt.deelw.) |
(iemand) laten weten dat hij of zij bij je moet komen -
mander | ontboden worden bij de rector - être convoqué chez le directeur/principal |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| ontbieden (ww.) | appeler (ww.) ; convoquer (ww.) ; interpeller (ww.) ; invoquer (ww.) ; laisser venir (ww.) ; notifier (ww.) ; sommer (ww.) ; sommer de (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontbieden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: halenNL: laten komenNL: omroepenNL: oproepenNL: roepenNL: sommerenNL: tevoorschijn roepen