Vertaal
Naar andere talen: • uitjouwen > DEuitjouwen > ENuitjouwen > ES
Vertalingen uitjouwen NL>FR
uitjouwen (ww.) huer (ww.) ; injurier (ww.) ; insulter (ww.) ; se disputer (ww.) ; se quereller (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitjouwen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beledigen
NL: beschimpen
NL: joelen
NL: schelden
NL: uitlachen
NL: uitmaken voor
NL: uitschelden