Vertalingen treiteren NL>FR
treiteren
bijv.naamw.
Uitspraak: | [ˈtrɛitərə(n)] |
gemeen plagen -
tarabuster © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
treiteren (ww.) | assommer (ww.) ; asticoter (ww.) ; brimer (ww.) ; brusquer (ww.) ; embarrasser (ww.) ; enquiquiner (ww.) ; harceler (ww.) ; importuner (ww.) ; incommoder (ww.) ; intimider (ww.) ; irriter (ww.) ; maltraiter (ww.) ; taquiner (ww.) ; tyranniser (ww.) |
het treiteren | tracasserie (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `treiteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: jennenNL: koeionerenNL: kwellenNL: narrenNL: pestenNL: plagenNL: sarrenNL: stangenNL: tartenNL: tergen