I tot

voorzetsel

Uitspraak:

[tɔt]

1) niet verder dan - jusqu'à , jusque

tot de deur - jusqu'à la porte

2) niet langer dan - jusqu'à , jusque

tot de zomervakantie - jusqu'aux vacances d'été een baan van negen tot vijf - un horaire de travail de neuf à dix-sept heures

tot ziens! (=<woorden waarmee je van iemand afscheid neemt als je verwacht hem of haar terug te zien>) - au revoir!

tot op heden (=tot vandaag) - jusqu'à aujourd'hui

van maandag tot en met vrijdag (=op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag) - de lundi jusque vendredi y compris

van maandag tot zaterdag (=op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag) - de lundi jusque vendredi y compris

3) in de richting van - en direction de , vers , à

zich richten tot iemand - s'adresser à quelqu'un

4) <zonder eigen betekenis, in uitdrukkingen>
- <pas de sens précis>

tot op de cent nauwkeurig (=heel precies) - au centime près

iemand tot chef benoemen (=iemand chef maken) - nommer quelqu'un chef

II tot

voegwoord

Uitspraak:

[tɔt]

niet langer dan - jusqu'à ce que , jusqu'au moment où

werken tot je klaar bent - continuer à travailler jusqu'à ce qu'on ait terminé

[tɔt]

1 niet verder dan - jusqu'à - jusque

  `tot de deur`
  jusqu'à la porte



2 niet langer dan - jusqu'à - jusque

  `tot de zomervakantie`
  jusqu'aux vacances d'été

  `een baan van negen tot vijf`
  un horaire de travail de neuf à dix-sept heures

  tot ziens!
   (= <woorden waarmee je van iemand afscheid neemt als je verwacht hem of haar terug te zien>) - au revoir!

  tot op heden
   (= tot vandaag) - jusqu'à aujourd'hui

  van maandag tot en met vrijdag
   (= op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag) - de lundi jusque vendredi y compris

  van maandag tot zaterdag
   (= op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag) - de lundi jusque vendredi y compris



3 in de richting van - en direction de - vers - à

  `zich richten tot iemand`
  s'adresser à quelqu'un



4 <zonder eigen betekenis, in uitdrukkingen> -

  tot op de cent nauwkeurig
   (= heel precies) - au centime près

  iemand tot chef benoemen
   (= iemand chef maken) - nommer quelqu'un chef


© K Dictionaries Ltd.

tot	à ; avec ; de ; en ; jusqu'à ; jusqu'à ce que ; jusqu'au ; jusqu'aux ; jusqu'en ; jusque ; vers

Bronnen: ICT-Woordenboek; Wikipedia; Trueterm




NL: totdat
NL: zelfs

NL: tot dan toe, tot dusver FR: jusqu'alors
NL: tot en met 1 april FR: jusqu'au premier avril inclus
NL: tot driemaal toe FR: par trois fois