Vertaal
Naar andere talen: • toen > ENtoen > EStoen > FR
Vertalingen toen NL>DE

I toen

voegwoord
Uitspraak:  [tun]

op het moment dat - als
Ik ging net de deur uit toen hij arriveerde. - Ich ging gerade zur Tür hinaus, als er ankam.


II toen

bijwoord
Uitspraak:  [tun]

1) op dat tijdstip - damals
Toen had je nog geen mobiele telefoon. - Damals hatte man noch keine Mobiltelefone.

2) daarna - dann , danach
Eerst hebben we een borrel gedronken, toen zijn we gaan eten en toen zijn we naar de film gegaan - Zuerst haben wir einen Drink genommen, dann sind wir Essen gegangen und danach sind wir ins Kino gegangen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
toen (bijwoord) damals ; danach ; dann
toen da ; damalig ; damals ; ehemalig ; von da an ; als
Bronnen: Wiktionary; interglot; mwb


Voorbeeldzinnen met `toen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: destijds
NL: indertijd
NL: toenmaals
NL: toentertijd

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: toen zag ik hem DE: da sah ich ihn
NL: (eerst kwam zijn broer) en toen kwam hij DE: und dann kam er
NL: (ik heb 't) toen (al gezegd) DE: damals
NL: van toen af DE: von da an
NL: toen ik hem opbelde (hoorde ik ...) DE: als ich ihn anrief
NL: (het gebeurde in een tijd,) toen DE: wo, da, als