Vertaal
Naar andere talen: • thuishoren > DEthuishoren > ENthuishoren > ES
Vertalingen thuishoren NL>FR

thuishoren

werkw.
Uitspraak:  [ˈtœyshorə(n)]
Verbuigingen:  hoorde thuis (verl.tijd ) heeft thuisgehoord (volt.deelw.)

ergens je eigen plek hebben - avoir sa place , être à sa place
Ik hoor hier thuis. - Ici, c'est chez moi.
uitdrukking Welk woord hoort in dit rijtje niet thuis?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
thuishoren (ww.) avoir sa place (ww.)
Bron: Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `thuishoren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: behoren
NL: horen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: niet thuishoren in FR: ne pas avoir sa place dans