Vertaal
Naar andere talen: • tegen > DEtegen > ENtegen > ES
Vertalingen tegen NL>FR

I tegen

bijwoord
Uitspraak:  [ˈtexə(n)]

1) (woord dat uitdrukt dat je het niet met iets eens bent) - contre
tegen een beslissing stemmen - voter contre une décision
uitdrukking ergens iets op tegen hebben

2) in je nadeel - contre
Het zit me tegen. - Je n'ai pas de chance.
de schijn tegen je hebben - avoir les apparences contre soi


II tegen

voorzetsel
Uitspraak:  [ˈtexə(n)]

1) in aanraking met - contre
tegen de muur leunen - s'appuyer contre le mur
tegen de bal schoppen - donner un coup de pied dans le ballon
uitdrukking tegen de lamp lopen

2) in de omgekeerde richting - à contre-courant de
tegen het verkeer in - à contresens
tegen de stroom op - à contre-courant

3) ter bestrijding van - contre
een aspirine tegen de kiespijn - une aspirine contre un mal de dents
vechten tegen de slaap - lutter contre le sommeil
Het Nederlandse elftal heeft tegen Duitsland met 1-0 gewonnen. - Le onze des Pays-Bas a gagné contre l'Allemagne avec un score de 1 à 0.

4) in strijd met - contre , contraire à
Dat is tegen de voorschriften. - C'est contraire aux règlements.

5) niet eens - contre
uitdrukking mordicus/vierkant tegen iets zijn
[ˈtexə(n)]

1 ( contra) (woord dat uitdrukt dat je het niet met iets eens bent) - contre

  `tegen een beslissing stemmen`
  voter contre une décision

  ergens iets op tegen hebben
   (= niet willen dat iets gebeurt) - avoir quelque chose contre quelque chose



2 in je nadeel - contre

  `Het zit me tegen.`
  Je n'ai pas de chance.

  `de schijn tegen je hebben`
  avoir les apparences contre soi


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tegen versus ; inverse ; inconciliable ; incompatible ; contre ; contraire ; contra ; antinomique ; anti ; antagoniste ; pour ; contre ; face à ; de ; d'ici à ; d'ici ; contre ; c. (Afkorting) ; avec ; à l'encontre de ; à
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `tegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: anti
NL: contra
NL: hiertegen
NL: jegens
NL: met
NL: omstreeks
NL: onverenigbaar
NL: strijdig
NL: tegenaan
NL: tegengesteld

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: goed tegen verkoudheid FR: bon pour le rhume
NL: iets tegen iemand hebben FR: avoir une dent contre quelqu'un
NL: tegen iemand spreken FR: parler à  quelqu'un
NL: ik heb er niets tegen FR: je veux bien
NL: tegen iets kunnen FR: pouvoir supporter qc
NL: niet tegen vocht kunnen FR: craindre l'humidité
NL: winnen met 3 tegen 2 FR: gagner par 3 buts à  2
NL: tegen verminderde prijzen FR: à  prix réduits
NL: hij heeft tegen, dat hij zo jong is FR: il a contre lui qu'il est si jeune
NL: zij is (er) tegen FR: elle est contre, elle s'y oppose
NL: de wind is tegen FR: le vent est contraire
NL: het voor en het tegen FR: le pour et le contre