Vertalingen tegelijk NL>FR
tegelijk
bijwoord
op hetzelfde moment of in dezelfde periode -
en même temps , simultanément twee dingen tegelijk doen - faire deux choses en même temps Als je naar de bakker gaat, wil je dan tegelijk brood voor mij meenemen? - Si tu vas chez le boulanger, pourrais-tu prendre du pain pour moi en même temps? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tegelijk | en même temps ; simultanément ; à la fois ; à la fois ; en parallèle |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `tegelijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aaneenNL: bijeenNL: gelijkNL: gelijktijdigNL: ineenNL: samenNL: simultaanNL: tegelijkertijdNL: tevensNL: tezamen