Vertaal
Naar andere talen: • tegelijk > DEtegelijk > ENtegelijk > FR
Vertalingen tegelijk NL>ES

tegelijk

bijwoord
Uitspraak:  [təxəˈlɛik]

op hetzelfde moment of in dezelfde periode - al mismo tiempo
twee dingen tegelijk doen - hacer dos cosas al mismo tiempo
Als je naar de bakker gaat, wil je dan tegelijk brood voor mij meenemen? - Cuando te vas a la panadería, ¿puedes traerme pan al mismo tiempo?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tegelijk a la vez ; al igual que ; al mismo tiempo ; análogo ; de inmediato ; en el acto ; en seguida ; igualmente ; inmediatamente ; instantáneamente ; por igual ; simultáneo ; simultáneamente
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `tegelijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aaneen
NL: bijeen
NL: gelijk
NL: gelijktijdig
NL: ineen
NL: samen
NL: simultaan
NL: tegelijkertijd
NL: tevens
NL: tezamen