Vertalingen soepel NL>FR
soepel
bijv.naamw.
1) als je iets makkelijk kunt buigen of bewegen -
souple soepele spieren - des muscles souples schoenen van soepel leer - des chaussures en cuir souple |
2) als iets makkelijk gebeurt -
sans créer de problèmes een soepele afschaffing van de hypotheekrenteaftrek - une suppression graduelle de l'abattement pour remboursement hypothécaire |
3) als iemand zich makkelijk aanpast aan anderen of de situatie, of als iets daar blijk van geeft -
souple je soepel opstellen - être accommodant een soepele toepassing van de regels - une application souple des règles |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
soepel | complaisant ; transformable ; souple ; maniable ; indulgent ; flexible ; docilement ; docile ; coulant ; avec souplesse ; avec indulgence ; avec empressement ; avec complaisance ; accommodant ; flexible ; souplement ; souple |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `soepel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: buigbaarNL: buigzaamNL: diplomatiekNL: flexibelNL: gedweeNL: gemakkelijkNL: genadigNL: GeschiktNL: gesmeerdNL: gewilligUitdrukkingen en gezegdes
NL: soepel maken
FR: assouplirNL: mechanisme
soepeler maken
FR: débrider la mécanique