schuin

bijv.naamw.

Uitspraak:

[sxœyn]

1) niet verticaal en niet horizontaal - de travers

De weg loopt schuin naar beneden. - La route descend en pente. een schuine streep - une barre oblique

2) (van uitingen) dubbelzinnig met seksuele bijbetekenis - grivois/-oise

schuine moppen vertellen - raconter des blagues grivoises

© K Dictionaries Ltd.

schuin

grossier ; salement ; sale ; penché ; obscène ; oblique ; malpropre ; indécent ; indécemment ; incliné ; immoralement ; immoral ; en biais ; dégoûtant ; de biais ; crasseux ; biseau ; obliquement ; oblique ; en diagonale ; en biais ; diagonal ; caractère oblique

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; ICT-Woordenboek




NL: achteruitgaand
NL: dubbelzinnig
NL: dwars
NL: hellend
NL: helling
NL: lijp
NL: neiging
NL: obsceen
NL: scheef
NL: vies

NL: schuine lijn FR: ligne (la) oblique
NL: de schuine zijde FR: le côté opposé à  l'angle droit
NL: schuin lopen FR: biaiser
NL: schuin oversteken FR: traverser de biais
NL: schuin afslaan naar rechts FR: obliquer à  droite
NL: schuin afsnijden FR: couper en biseau
NL: ze hebben hier schuin tegenover gewoond FR: ils ont demeuré presque en face d'ici