Vertaal
Naar andere talen: • schransen > DEschransen > ENschransen > ES
Vertalingen schransen NL>FR
schransen (ww.) bouffer (ww.) ; consommer (ww.) ; dévorer (ww.) ; engloutir (ww.) ; faire bombance (ww.) ; s'empiffrer (ww.) ; se goberger (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `schransen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bikken
NL: brassen
NL: buffelen
NL: bunkeren
NL: consumeren
NL: eten
NL: naar binnen werken
NL: nuttigen
NL: opeten
NL: pruimen