Vertalingen bikken NL>FR
bikken (ww.) | bouffer (ww.) ; consommer (ww.) ; engloutir (ww.) ; manger (ww.) |
het bikken | empiffrement (m) ; ravalement (m) |
bikken | avaler |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `bikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbikkenNL: bunkerenNL: consumerenNL: etenNL: naar binnen werkenNL: nuttigenNL: opetenNL: schransenNL: schrokkenNL: tegoed doenUitdrukkingen en gezegdes
NL: hij heeft niets te
bikken
FR: il n'a pas de quoi mettre sous la dent