prompt

bijv.naamw.

Uitspraak:

[prɔmpt]

onmiddellijk - immédiat/-iate

Je stopt de cd in de computer en prompt begint de installatie van het programma. - On met le CD dans l'ordinateur et l'installation du programme démarre immédiatement/aussitôt.

© K Dictionaries Ltd.

prompt

aussitôt ; sur-le-champ ; tout de suite ; dans la foulée ; feu vert ; incitation ; ponctuel

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




NL: accuraat
NL: juist
NL: meteen
NL: minutieus
NL: nauwgezet
NL: nauwkeurig
NL: precies
NL: pront
NL: punctueel
NL: scherp

NL: prompte bediening FR: service (le) soigné
NL: prompt betalen FR: payer rubis sur l'ongle
NL: prompt zes uur FR: à  six heures précises
NL: prompt zes uur vijf FR: à  six heures cinq minutes juste