Vertalingen zwetsen NL>FR
zwetsen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwɛtsə(n)] |
Verbuigingen: | zwetste (verl.tijd ) heeft gezwetst (volt.deelw.) |
praten zonder na te denken over wat je zegt -
radoter © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwetsen (ww.) | baragouiner (ww.) ; cancaner (ww.) ; caqueter (ww.) ; dire des bêtises (ww.) ; jacasser (ww.) ; papoter (ww.) ; parler dans le vide (ww.) ; radoter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zwetsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bluffenNL: leuterenNL: lullenNL: opscheppenNL: pochenNL: snoevenNL: snorkenNL: stoffenNL: zeverenNL: zwammen