Vertalingen overvallen NL>FR
overvallen
werkw.
Uitspraak: | [ovərˈvɑlə(n)] |
Verbuigingen: | overviel (verl.tijd ) heeft overvallen (volt.deelw.) |
1) onverwacht met geweld aanvallen -
attaquer , braquer Het tankstation is overvallen door twee jongens op een motorfiets. - La station-service a été braquée par deux jeunes motards. |
2) plotseling gebeuren waardoor je ervan schrikt -
prendre au dépourvu , surpendre De uitnodiging om mee te gaan naar Parijs overviel me nogal. - L'invitation pour aller, moi aussi, à Paris m'a pris passablement au dépourvu. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
overvallen (ww.) | agresser (ww.) ; assaillir (ww.) ; attaquer (ww.) ; brusquer (ww.) ; contraindre (ww.) ; faire violence (ww.) ; forcer (ww.) ; imposer (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; se ruer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `overvallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvallenNL: attaquerenNL: bestormenNL: overkomenNL: overrompelen