Vertalingen bestormen NL>FR
bestormen (ww.) | agresser (ww.) ; assaillir (ww.) ; attaquer (ww.) ; brusquer (ww.) ; contraindre (ww.) ; faire violence (ww.) ; forcer (ww.) ; imposer (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; se ruer (ww.) ; submerger (ww.) |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `bestormen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvallenNL: afstormenNL: attaquerenNL: bestokenNL: overstelpenNL: overvallenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand met vragen
bestormen
FR: presser quelqu'un de questions