Vertalingen overmeesteren NL>FR
overmeesteren (ww.) | apprivoiser (ww.) ; arriver (ww.) ; dominer (ww.) ; dompter (ww.) ; envahir (ww.) ; gagner (ww.) ; maîtriser (ww.) ; posséder (ww.) ; réprimer (ww.) ; s'envoler (ww.) ; soumettre (ww.) ; terrasser (ww.) ; vaincre (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `overmeesteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beteugelenNL: onderwerpenNL: overmannenNL: overweldigen