Vertalingen opeenhopen NL>FR
opeenhopen (ww.) | économiser (ww.) ; superposer (ww.) ; recueillir (ww.) ; rassembler (ww.) ; ramasser (ww.) ; faire des économies (ww.) ; épargner (ww.) ; entasser (ww.) ; empiler (ww.) ; cumuler (ww.) ; cueillir (ww.) ; conserver (ww.) ; collectionner (ww.) ; amonceler (ww.) ; amasser (ww.) ; accumuler (ww.) |
het opeenhopen | accumulation (v) ; entassement (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opeenhopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: accumulerenNL: bijeenzamelenNL: cumulerenNL: hopenNL: op elkaar stapelenNL: oppottenNL: opstapelenNL: sparenNL: stapelenNL: vergaren