breed

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bret]

1) met grote afstand tussen de lange kanten - large

een brede straat - une rue large een kamer van vier meter breed - une pièce de quatre mètres de large

2) deel van de uitdrukking: -

het niet breed hebben (=niet veel geld hebben) - tirer le diable par la queue

© K Dictionaries Ltd.

breed

costaud ; énorme ; large d'épaules ; robuste ; volumineux ; complet ; étalé ; large ; vast

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia




NL: ampel
NL: bef
NL: breedgeschouderd
NL: breeds
NL: fors
NL: royaal
NL: ruim
NL: uit de kluiten gewassen

NL: 2 m breed FR: large de deux mètres
NL: breder worden FR: s'élargir
NL: breder maken FR: élargir
NL: het is zo lang als het breed is FR: cela revient au même
NL: lang en breed vertellen FR: raconter en détail
NL: het niet breed hebben FR: vivre petitement
NL: breed zien FR: voir (les choses en) large