Vertaal
Naar andere talen: • nazeggen > DEnazeggen > ENnazeggen > ES
Vertalingen nazeggen NL>FR
nazeggen (ww.) redire (ww.) ; répéter (ww.) ; résonner (ww.) ; retentir (ww.) ; se faire l'echo de (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `nazeggen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbieden
NL: doornemen
NL: echoën
NL: herhalen
NL: indienen
NL: nabouwen
NL: napraten
NL: presenteren
NL: reproduceren
NL: spelen